
Inhoud

  
  

 |

Wipschieten
Het wip schieten is min of meer ontstaan
uit de jacht. Men kon met een, gespannen, kruisboog heel makkelijk
vescholen gaan zitten wachten tot er een vogel o.i.d. in een boom of
struik ging zitten. Zonder dat het "slachtoffer" iets door, kon men
makkelijk de pijl opleggen, richten en afschieten. Om ook hier de
schutters scherp te houden werd er veelal op een wrede manier
geoefend. Ter lering ende vermaak, bond men dan een vogel (een kip of
een gans), aan zijn poten vast boven op een paal van ongeveer 12 meter hoog. Vervolgens werd er dan op de fladderende vogel geschoten. De schutter die dan de vogel wist te doden, had dan de vogel als prijs. Omdat de vogel rondom de paal fladderde, kan men zich voorstellen dat dit voor de vogel een wrede dood werd. Vanzelfsprekend doet we dat heden tendage niet meer. Wel worden er in het zuiden des lands nog wel "vogelverschietingen"gehouden. Maar dan is de vogel, in de meeste gevallen, gemaakt van klei of gips. In de vogel zit dan een geldbedrag verstopt.
De schutter die het klaar krijgt om de "vogel" naar beneden
te krijgen is dan de Koning. Doordat het gips aardig hard is kan een
dergelijke verschieting aardig lang duren. Als variant hierop werd de
vogel vervangen
door een schijf van ijzer. Hier is het wipschieten uit ontstaan. 
Bij het wipschieten is het de bedoeling om een schijfje, varierend van
8 naar 4 cm, wat zich op een paal van 12,5 m hoogte bevind van de
paal te schieten, te "wippen". Een dergelijke wedstrijd is heel
digitaal, het is raak of niet raak. Raak betekent 1 punt. Een wedstrijd
bestaat uit 20 schoten, verdeelt over 4 palen ook wel bomen genoemd. Op
de eerste paal of boom bevindt zich
een schijf of wip van 80 mm, boom 2 en 3 een wip van 70 mm, en boom 4 een
wip van 60 mm. Op iedere boom dient men 5 x te schieten.
Nu kan
het gebeuren dat tijdens een wedstrijd er 1 of meerdere schutters een
gelijk aantal punten behaald hebben. Dan wordt in een nakamp beslist wie de winnaar is. Men begint dan weer boom 1 en gaat men door net
zolang tot 1 van de schutters mist. Is men uiteindelijk aangekomen op boom
4, dan begint men weer bij boom 1, echter met een door de jury te
bepalen handicap, bijv. met 1 hand op de rug schieten. Een nakamp kan
op deze manier soms wel eens flink uitlopen. Ook hier heeft men een Koningwedstrijd, deze wordt verschoten, ook weer op 4 bomen maar dan zijn de wippen 80-, 70-, 60- resp. 50 mm in doorsnede.

Verschillende bogen.
|