
Inhoud

  
  

 |
20 meter
traditioneel
Ontstaan
van de wedstrijdvormen.
We
kennen in Nederland, een aantal
wedstrijdvormen zoals daar zijn: 10- en 20- en 30 meter traditioneel,
field en wipschieten. De meest beoefende vorm in Nederland is,
in de
zomermaanden, de 20 meter traditioneel
en het Wipschieten. Omdat de meeste klubonderkomens niet zo erg groot
zijn beoefend men in de wintermaanden vaak de 10 meter
traditioneel.
Dit
gebeurt allemaal
onder auspicien van de NKB.
De
hieronder beschreven wedstrijdvormen vinden hun oorsprong eigenlijk
allemaal in de middeleeuwen. Om te beginnen met de
20 meter
traditioneel. Deze tak vind zijn oorsprong uit de tijd van de
middeleeuwse ridders, dus als verdediging. Wanneer er geen oorlog was
werden vaak de ridders ingezet ter bewaking van de grotere
steden.
Dit bewakingswerk werd steeds meer overgenomen door de
Schutterij-gilden. De

Schutterij
gilden waren gilde-meesters
die
dan de nachtwacht verzorgden in de grote steden zoals Breda,
den
Bosch enz. Ook werden in deze gilden vaak de kruisbogen gemaakt. Door
in
wedstrijd verband te oefenen hield men op deze
manier de schutters scherp, zodat men voorbereid was als er ergens weer
een conflict uitbrak.
Echter, zoals wij tegenwoordig in verenigings verband schieten en
oefenen heeft natuurlijk niets meer te maken met hetgeen wat er vroeger
mee gedaan werd, nl je medemens laat staan dieren doden!
Hoewel... in Amerka mag men jagen met een kruisboog. Dit is in Europa
ten strengste verboden!
De enige
overeenkomst met vroeger is dat het een levensgevaarlijk wapen kan
zijn! Bij
de 20 meter discipline
wordt, zoals de naam al aangeeft,
geschoten over
een afstand van 20 meter. Het doel wordt gevormd door een kartonnen
schietschijf, ookwel blazoen genoemd. Het maximum aantal
punten bij 1 schot is 10 punten en de minimum waarde is vier punten. Om
te mogen schieten in deze discipline moet
de kruisboog voldoen aan verschillende eisen. Deze
staan vermeld in het wapen-voorschrift van de NKB wapencommissie.
Hierin staat bijvoorbeeld wat het gewicht van de boog mag zijn (hoe
zwaarder hoe stabieler,
echter met een max. van
9,5 kilo), wat de vorm en afmetingen van de pijl moet zijn, de
afgiftesnelheid en de gebruikte richtmiddelen. Er mag bijvoorbeeld geen
gebruik gemaakt worden van telescoop vizieren met optische lenzen.
Een
competitiewedstrijd bestaat uit drie proefschoten en tien
wedstrijdschoten. De proefschoten kunnen gebruikt worden om de
richtmiddelen van de kruisboog in te stellen op de specifieke kenmerken
van de betreffende schietbaan. Hierna begint de wedstrijd of toernooi. De
wedstrijd wordt verschoten op 5
kaarten waarop dus 2 schoten gelost worden. Een
simpel rekensommetje (10 schoten x 10 punten) leert ons dan dat we
maximaal 100 punten kunnen halen. Wanneer na een dergelijk
toernooi blijkt dat 2 of meer schutters hetzelfde aantal punten behaalt
heeft, volgt er een nakamp, waar nogmaals een kans wordt gegeven om
meer punten te behalen dan de concurent. Echter in alle
gevallen geldt: de
jury/wedstrijdleiding bepaalt hoe de wedstrijd en de nakamp verloopt!
Naast deze toernooien wordt jaarlijks ook nog bepaalt wie de koning van
de vereniging is. Deze wedstrijd wordt verschoten over dertig
schoten. Wanneer deze bekend is gaat die door voor
de koningswedstrijd
van NKB-Noord resp. NKB-Zuid, zo heeft men dan twee
koningen.
Eens per jaar is dan ook nog de Koning der koningen toernooi.
Dit toernooi wordt veelal verschoten ergens in
Brabant.
Veiligheid.
Zoals
men aan de onderstaande tekening en het in voorgaande beschreven
historie kan zien, schieten wij met een dodelijk wapen, waarmee
slachtoffers gemaakt kunnen worden! Wij als liefhebbers hebben
uiteraardt deze intentie niet! Er mag dan ook niet buiten de
wedstrijdbanen mee geschoten worden laat staan gejaagd! Veiligheid staat bij ons
dan ook op
nummer 1. Tijdens de wedstrijden wordt er dan ook streng op toegekeken
door de
wedstrijdleiding dat er geen ongelukken kunnen gebeuren. Een
paar voorbeelden; wanneer er zich op het doel geen blazoen bevindt mag er absoluut niet
geschoten worden. Wanneer een blazoen gewisseld wordt door een
kaartwisselaar/pijlenloper, mag de kruisboog niet in de aanslag
gehouden worden, laat staan een pijl opgelegd, de wisselaar moet ten
allen tijde een
veilig gevoel hebben. Ook het zwaaien met een gespannen boog met
opgelegde pijl is uit den boze! Veiligheid is dan ook de oorzaak
dat wij de minimum leeftijd van 14 jaar hanteren. Een kruisboog mag
over de openbare weg vervoerd worden, maar dan moet de "lat" met pees
afgedekt zijn d.m.v. hoesjes (zie foto, van de diverse wipbogen). Ook
mag de pijl zich niet in de buurt van de boog bevinden, deze
dient in een afzonderlijk foudraal verpakt te zijn. Een schutter die
lid is van een kruisboogvereniging kan en moet zich altijd kunnen
legitimeren met de schietpas die jaarlijks door de NKB uitgegeven
wordt. Deze pas is op naam gesteldt.
Tekening van een pijl, zoals gebruikt, bij de 20 meter.

|